Column: Onder Opstelten "de Hooligan jager" zijn fans vogelvrij verklaard

Minister Ivo Opstelten wil voetbalhooligans 'nóg harder' gaan aanpakken, zei hij op de radio. U bent het daar vast roerend mee eens, want het moet maar eens afgelopen zijn met die voetbalhooligans. Het kan zo niet langer, met al die bloederige veldslagen in onze stadions. Moord en doodslag vieren hoogtij. Een schande is het!

Opstelten legde het allemaal uit met die zware basstem van 'm, streng doch vaderlijk. Ook voetbalsupporters die zich voor het eerst misdragen, moeten voortaan een stadionverbod en een gebiedsverbod krijgen. En pas op: in de buurt zijn van rellen of een opstootje is genoeg. ,,Sta je erbij, dan ben je erbij,'' luidt dat principe.

Opstelten (afbeelding rechts) is een fanatiek aanhanger van de 'je bent erbij'-logica. In april 2006 liet hij als burgemeester van Rotterdam 663 supporters 'uit voorzorg' oppakken na Feyenoord-Ajax. Ze werden ondergebracht in een parkeergarage, zonder sanitaire voorzieningen, zonder water, zonder eten. Wat ze precies verkeerd hadden gedaan, is tot op de dag van vandaag een mysterie.

Er bleken veel toevallige passanten en aartsbrave toeschouwers tussen te zitten, inclusief een zwangere vrouw en tientallen kinderen en minderjarigen. Honderden mensen deden aangifte tegen Opstelten. De Nationale Ombudsman oordeelde vernietigend over de massa-arrestatie, die als 'onnodig en onbehoorlijk' werd betiteld. De Officier van Justitie schreef maanden later een excuusbrief. Opstelten, de hooliganjager des vaderlands, weigerde zijn excuses te maken.

Het is u ontgaan, maar deze week verscheen er een nieuw rapport over voetbalveiligheid, opgesteld door het 'Auditteam Voetbal en Veiligheid'. Het haalde de kranten niet of nauwelijks, want de conclusie was niet spannend genoeg. Die luidde, vrij vertaald: 'De veiligheid in onze stadions is de laatste tien jaar sterk verbeterd'. En: 'Grote incidenten zijn zeldzaam'.

Niemand die geregeld in een voetbalstadion komt, zal het echt verbazen. Heus, er is nog genoeg mis. Te vaak klinken humorloze, smakeloze spreekkoren, over de tegenstander en over de scheidsrechter. Vechtpartijen of opstootjes zijn er soms, maar beduidend minder vaak dan op een gemiddeld uitgaansplein.

U kunt in Nederland zonder problemen met uw kinderen naar het voetbalstadion. Maar over het rapport 'Voetbalveiligheid 2009-2012' heb ik Ivo Opstelten nog niet gehoord. De geboren opportunist kiest liever voor opendeurenpolitiek, door te roepen dat je voetbalhooligans 'harder' moet aanpakken. Werkt altijd. Bij Standpunt.nl op Radio 1 waren de mensen het er roerend mee eens. Applaus klonk.

De Voetbalwet zoals die in 2010 werd ingevoerd, functioneert nog voor geen meter. De meldingsplicht vertoont nog tal van gebreken. En net zo erg: de wet raakt in de praktijk niet zozeer het échte tuig van de richel, maar veel meer de fanatieke supporter, die trouw naar wedstrijden reist - en af en toe een middelvinger opsteekt. Dat zijn geen engeltjes misschien, maar ook geen criminelen.

Een groep Willem II-supporters werd dit seizoen nog 'uit voorzorg' opgepakt, omdat ze samen een biertje zaten te drinken in een café in Utrecht. 'Samenscholing', heet zoiets.

Dat de Utrechtse cafébaas verklaarde dat de groep zich voorbeeldig gedroeg, en dat van dreiging geen enkele sprake was, mocht geen naam hebben. Oppakken die handel.

De voetbalsupporter is vogelvrij. Terwijl het aantal incidenten afneemt, neemt de repressie juist toe. Voor een stadionverbod is amper bewijslast nodig. In Nederland ben je onschuldig tot het tegendeel bewezen is, behalve dan in of rondom een voetbalstadion. Wie naar een uitwedstrijd wil van zijn club, wordt als vee behandeld.

Het fenomeen 'zero tolerance', gaat er anno 2013 in als koek. De Ivo Opsteltens van deze wereld ruiken dat. Ze gebruiken het voetbal zoals het hen uitkomt, orerend dat het zo niet langer kan. Dat 98 procent van de Nederlandse stadionbezoekers zich altijd veilig voelt, zoals onderzoek uitwijst, is bovenal een vervelende bijzaak. Want daar scoor je niet mee.

Sjoerd Mossou / AD